Knaagt een vrouw bij de dokter
Ik zit met een collega te praten. Gaandeweg komt het ter sprake. Ze heeft een hartritmestoornis. Het meest vervelende, vertelt ze, is dat ze er zo verschrikkelijk lang mee heeft rondgelopen zonder hulp. ‘Het zal wel stress zijn,’ werd haar keer op keer verteld. Totdat ze zelf besloot meetapparatuur aan te schaffen en kon aantonen dat ze zich niets verbeelde. Het was mis. Ik grap: ‘je had zeker een middle-aged man als huisarts?’ Ze kijkt op van haar koffie. ‘Hoe weet jij dat?’ Ik schrik er bijna zelf van. ‘Nou’, begin ik. En ik vertel haar dat ik jaren buikpijn heb gehad. De een na de andere huisarts deed het af als stress en emoties. Dat zal er ook wel aan bijgedragen hebben, maar recentelijk ben ik geopereerd aan een (goedaardig) gezwel. Daarbij ben ik uiteindelijk behandeld door een heel team van vrouwen. Van nieuwe huisarts tot chirurg. We staan op en ik grap nog na ‘als ik had aangebeld met pijn aan mijn ballen, was ik bij de eerste consultatie al doorverwezen. Had mij jaren ellende bespaard.’ De pauze is voorbij en we gaan weer aan het werk.
Uiteraard was ons gesprek grappend bedoeld en vrij gechargeerd. Toch knaagt het ergens aan mij. Ik heb zo lang aan mijzelf getwijfeld. Zo lang afgevraagd of de pijn die ik voelde dan normaal was… Ach, ik klaag.
Ik denk aan het boek Er komt een vrouw bij de dokter (2003). Het staat in mijn boekenkast. Het was een boek dat lyrisch werd ontvangen toen het werd uitgebracht: ontroerend en oprecht, het is nu verfilmd en zelfs de musical bestaat. Het is een belangrijk verhaal over leed, liefde en rouw. Toch gaat het boek nauwelijks over een vrouw die bij de dokter komt. En dit blijkt vaker het geval.
In 2013 lanceerde WomenInc. de campagne ‘Wij zijn de lul’. Ook hun rapport The Route to Quality Healthcare for Everybody (2017) staat bij mij in de boekenkast. Het is een oproep om het vrouwelijk lichaam medisch beter te begrijpen, en daarmee hun klachten serieus te nemen. De inleiding toont de noodzaak voor deze oproep: het mannelijk lichaam is de standaard – voor onderzoek, voor medicijnonderzoek, voor alles* – en werkt daardoor mogelijk voor 50% van de bevolking niet. Sterker nog, dat leidt tot vermijdbare sterfgevallen, bijvoorbeeld in het geval van autogordels. Dat is geen geklaag.
Er worden al veel successen geboekt in de medische wereld op het vlak van onderzoek naar en erkenning voor het feit dat mannen- en vrouwenlichamen verschillend werken, dat ziekten en aandoeningen zich anders (kunnen) manifesteren en dat andere behandelingen nodig (kunnen) zijn.
Vandaag woon ik een presentatie bij over het bevorderen van vrouwengelijkheid. Iemand uit het publiek vraagt hoe zij mannelijke bondgenoten kan winnen voor haar zaak. Eén van de panellisten antwoordt: ‘het moet duidelijk zijn voor mannen wat zij te winnen hebben, als zij hier als bondgenoot met ons willen optrekken.’ Mij bekruipt de gedachte: is het niet duidelijk wat je verliest, als je vrouwen structureel medisch onvoldoende kunt helpen?
Het is 2021. Het knaagt nog steeds.
*Echt voor alles: zie hier voor een bijzondere opsomming.