Nieuwelingen
Het komt regelmatig voor dat een klas op een basisschool wordt uitgebreid met een nieuwe leerling. Vaak betreft dit een verhuizing, maar soms ook een probleem op de vorige school. Meestal heb je ruim van tevoren tijd om voorbereidingen te treffen, soms niet. Eenmaal in de groep aanbeland begint bij iedereen de verkenningsfase: wat voor vlees hebben we in de kuip? De leerkracht bekijkt de nieuwe dynamiek in de klas. Hoe landt de nieuweling in deze groep, die al zoveel jaren met elkaar doorbrengt? Wordt hij/zij geaccepteerd? Gerespecteerd? Worden er nieuwe vriendschappen gesloten en zo ja, door wie? Gaandeweg wordt duidelijk hoe het zal lopen. De ene keer heb je er een ‘cool kid’ bij, de andere keer een typisch zorgenkind.
Welkom
Wat echter nooit zal veranderen is de manier waarop de nieuwe leerling door de directie, leerkrachten maar zeker ook kinderen wordt ontvangen: je bent hier welkom. Menig leerling hoopt dat ‘de nieuwe’ bij hem of haar in het groepje wordt geplaatst. Er wordt gestaard, men stelt goede en soms gekke vragen aan de immigrant. Gedurende mijn tijd als leerkracht heb ik nog nooit meegemaakt dat een leerling niet welkom is en leerlingen zich verzetten tegen zijn of haar komst. Al is het klaslokaal nog zo vol. Al spreekt hij geen woord Nederlands. Al slaat zij de hele boel kort en klein. Er wordt misschien wat raar gekeken of een vervelende opmerking gemaakt. Maar de algemene tendens is: je mag er zijn!
Voorwaarden
Nu wil ik niet meteen een lijn trekken met hoe volwassenen met nieuwkomers omgaan. Nou, eigenlijk wil ik dat wél. Want in tegenstelling tot kinderen hebben wij volwassenen de neiging om ons direct af te vragen of een nieuweling ons iets gaat opleveren. Of we ‘er blij mee moeten zijn’, of ze een ‘verrijking’ zijn. Op het werk bijvoorbeeld. Is de nieuwe collega goed genoeg om bij ons te mogen werken? Neemt deze stagiaire mij werk uit handen of zorgt ze voor extra rompslomp? Maar landelijk doen we dit dus ook: gaan deze mensen onze maatschappij mooier maken? Gaan ze problemen oplossen? Zich gedragen en netjes naar ons luisteren? Ja? Dan mogen ze blijven. Maar als de kans bestaat dat ze ons tot last zullen zijn, op welke manier dan ook, dan kunnen ze inpakken. Dan hoeven we ze niet.
Blok
Zien we onze samenleving als een klas, waarin nieuwe mensen welkom zijn? Of als een bedrijf, waar je moet presteren om erbij te mogen horen? Vanuit mijn immer aanwezige beroepsdeformatie neig ik naar de eerste variant. Laten we mensen welkom heten en er samen het beste van maken. Ja, mensen kunnen een blok aan je been zijn. Maar wel een blok met een gezicht. Met een hart. Net als wij, eigenlijk.