Bijsmaak
Afgelopen zondagmiddag stapte ik in de auto en zette koers naar een stad 120 kilometer verderop, waar een vriend van me woont. Hij vierde zijn verjaardag en had ons via de vriendengroepsapp uitgenodigd om bij hem langs te komen. Ruim een maand van tevoren, erg netjes als je het mij vraagt. Dat zou wel een behoorlijk gekkenhuis worden, zou je denken. Maar uiteindelijk zaten we met zijn tweeën gebroederlijk naast elkaar het gekkenhuis in de Rotterdamse Kuip te aanschouwen. Toen puntje bij paaltje kwam, bleek ik de enige die dit festijn in zijn agenda had gezet.
Ik had voor de gelegenheid een luisterboek gedownload (‘Ready Player One’, tot nu toe een aanrader) en speelde deze af terwijl mijn auto zich door de regen ploegde. Ik belde aan bij het naambordje waarop zijn naam stond, naast die van zijn voorlaatste vriendin. De relatie was ruim anderhalf jaar geleden op de klippen gelopen, maar dat scheen nog niet bekend te zijn bij de huisbaas. Boven aangekomen werd ik hartelijk ontvangen door de jarige gastheer, hoewel deze door mijn aanbellen de 1-1 had gemist. We deelden een reusachtige punt vlaai en dronken twee koppen koffie. Ondertussen buurtten we ongedwongen over voetbal, koetjes en kalfjes. De wedstrijd bleek uit te monden in een krankzinnig doelpuntenfestijn, waarvan ik blij was dat ik hem live zag én dat ik het er meteen met een van mijn maten over kon hebben.
Maar aan alles komt een eind en toen er verder niks op tv bleek te zijn, nam het gesprek een serieuzere wending. Hij was een tijd geleden van plan te verhuizen, maar ontwikkelingen op zijn werk weerhielden hem daar voorlopig van. Dus bleef hij maar zitten waar hij zat, in een bescheiden appartementje. Ver van zijn roots, ver van zijn vrienden van vroeger. Voor Nederlandse begrippen dan, maar toch. Nadat het een jaar geleden uitging met zijn laatste vriendin, had hij nog wel wat dating apps geprobeerd, zonder resultaat. Hij had wel twee afspraakjes gehad, maar hij had zich vooral gerealiseerd dat daten niet zijn spel was.
‘Het is hier best wel eenzaam,’ antwoordde hij toen ik vroeg of hij het in de flat nog wel naar zijn zin had. Verdomme, dacht ik. Ik wist natuurlijk wel dat hij graag meer gezelschap om zich heen zou hebben. En dan nodig je mensen ruim van tevoren uit, komt er maar één opdagen. Het spreekt voor zich dat dit niet fijn aanvoelt, maar nu hij het gewoon letterlijk op de salontafel plempte, was het écht. Vriendschappen van vroeger verwateren, dat is bekend, maar als daar dan niks voor in de plaats komt word je hard op jezelf teruggeworpen. Wat nu? Verder ingaan op deze gevoelige materie? Daar voel ik me eigenlijk niet zo gruwelijk gemakkelijk bij. Ah, gelukkig: Formule 1 op Ziggo. Zijn passie. Gauw van gespreksonderwerp veranderen, ik ben hier per slot van rekening voor de gezelligheid…