De profetie
Gisteren: voor het eerst in jaren een fatsoenlijke lentedag. Dat bekijken wij positief op onze eigen manier. Fatsoenlijk houdt daarom in: een dag zonder maskers. Een natuurlijke zon, krokussen, dartelende lammetjes, blije koeien in de wei, liefde: allemaal vervlogen. Uit overgebleven geschriften blijkt dat er tot 2313 natuurlijk leven met andere rassen op Aarde was; in dat jaar stierven de laatste andere rassen uit. We gaan terug de tijd in.
De mensheid zag zijn ondergang aankomen en greep in. Alweer. Alsof Moeder Natuur niets zelf kan. Men had het artificiële leven genoeg voorbereid en uitgebouwd. Alle grote leiders voelden zich sterk genoeg – lees: door hautaine arrogantie bevangen – om niet alleen te gaan bepalen over leven en dood. Nee, uitsterving van het mensenras moest voorkomen worden en was speerpunt nummer één in mondiaal beleid. Gouvernementele organisaties die dit niet ondersteunden werden verbannen naar die delen van de planeet waar geen enkel licht viel na te bootsen; reflectieschermen werkten hier niet meer. De lucht was hier verworden tot een verzengende zweem van zwartheid, alsof Oost-Indische inkt vloeiend samenspande en zo het wolkachtige firmament vormde.
Noodlijdend slachtoffer
De mens kan nu zeer oud worden, met de andere dieren als noodlijdend slachtoffer. Wij konden ons beschermen tegen het gif wat wijzelf hadden veroorzaakt en deden dat met verve, maar we keken niet om naar onze dieren. We dachten niet na over gasmaskers voor hen, want ‘ze zouden het toch niet begrijpen.’ Volgens de mens waren dieren te primitief. Paradoxaal genoeg moest de mens zijn eigen bestaan dienen door enkel voor eigen behoud te vechten. Wij waren mens, geen dier. Dat we het enige, nog levende ras waren op deze planeet werd afgedaan als een gevolg van nevenschade. De zelfkritische vraag wie er in dat geval primitief zou zijn werd verdrukt, zoals kritiek in algemene zin een gevaarlijk concept werd voor diegenen die wilden leven.
We bedachten innovatieve oplossingen tijdens de Kunstmatige Revolutie. Hond en kat als huisdier werden vervangen door robots met een vlezige, lebberende tong, vacht, staart, voetkussentjes, snuit of snorharen. Decennialang bestudeerden we al koeien, lammeren, varkens en al het andere slachtvee, om te klonen én zelf deze dieren te kunnen produceren. We ontwikkelden machines die dit proces in gang konden zetten. Groente groeide voortaan uit roestvrijstalen buizen, net zoals vlees kwam dit van de lopende band. Kassen waren te gevaarlijk door de wisseling aan radioactieve luchten. Wezens die deze stoffen inademden transformeerden in onnozele zombies, smachtend op zoek naar zonlicht. ’s Nachts dwaalden ze wezenloos zichzelf achtervolgend – zoals honden vroeger hun staart achterna joegen – door de grijs uitgeslagen straten. Een narcistische bezetting van de eigen obsessie in optima forma. De zombies zwierven met twee gezichten, waarvan de een nog gruwelijker was dan de ander. Ze konden wel 150 jaar oud worden, zonder dat ze dit zelf wisten.
Illusionaire behandeling
Om ons leven te vergemakkelijken en om de realiteit aan te kunnen – lees: illusionair te behandelen – dachten we na over de verdere ontwikkeling van het programma Smart People. Kort gezegd moest het mogelijk zijn om elektronica in onszelf te implanteren. Tot op individueel vlak zou men altijd de macht houden. De boodschap: verruiming van intelligentie is binnen handbereik. Het volk hapte gretig toe; gemakzucht dient de mens. Men liet zich injecteren met chips, apparatuur en vloeibare schermen. Deze werden als hersenvloeistof in de hersenen gespoten. Tegenstanders van deze ontwikkeling stelden dat de autonomie van de mensen hierdoor zou verdwijnen. Zij werden verketterd en met de nek aangekeken. Ze kregen een zwaard van Damocles boven hun hoofd: een catastrofale blootstelling aan versnipperde jpeg-afbeeldingen die men vanuit de digitale wereld naar de onze had gehaald.
Deze digitale wapentechniek was berucht en officieel verboden, net zoals chemische wapens ver terug officieel taboe werden. Echter, het verbieden van deze wapens weerhield regimes er niet van om afbeeldingen te versnipperen en die naar de fysieke wereld te transporteren. Op afstand kon men immers de dwarrelende afbeeldingen alsnog wissen, waardoor enkel de gevolgen in de hersenen van getroffenen overbleven als bewijs. Zij liepen daarna namelijk als desastreus uitziende videodocumenten door steden, als uitbeelding van horror zoekend naar enige objectiviteit. Deze mensen werden Nobody’s genoemd, doordat de samenleving het niet wilde hebben over het verleden en alle taboes.
Grote Zuivering
De maatschappelijk cognitief, foutieve schade zette zich met drastische gevolgen voort. De mens raakte verdeeld, ontheemd van natuur en levende in een schijnwereld: een schim van zichzelf. De enkeling die de Grote Zuivering wist te overleven leed een hard, eenzaam, voor anderen onbegrijpelijk vrij bestaan. Nu is onze lucht de ene dag paars en de Aarde grijs, op andere dagen vice versa. Mijn voorvaderen hadden dat surrealistisch genoemd, voor mij is dit normaal. Op Paarse Dagen is de lila-achtige lucht te giftig, op Grijze Dagen kunnen we naar buiten. Dit schrijven we met hoofdletters, want een naam raakt bij de meesten niet snel in vergetelheid. Verbloeming zou bovendien wonden dichten. Nu klinken deze dagen als feestdagen: een ideaal concept om te vergeten waar we vandaan komen. ‘Leren doet de generatie na ons maar’ moet de gedachte haast zijn geweest – al zal je dit nooit een politicus horen zeggen.
Mocht de pleuris – ook zo’n oud woord uit vervlogen tijden, dat ons herinnert aan de natuur, die ooit nog genadeloos terugsloeg – uitbreken, dan liggen de ruimteschepen, die de gezichten van onze voorvaderen laten zien, tegenwoordig al klaar. Verguld met goud waren de achterhoofden bekleed, in de tijd dat dit edelmetaal nog veel waard was. Het moment dat de mens definitief op zoek moet naar een andere planeet nadert: een haast onacceptabel beeld. De realiteit gaat er althans nog niet in bij de meesten van mijn familie, vrienden en bekenden. De vraag is: hoe waarschuw ik hen voor een toekomstbeeld dat tamelijk nabij is, maar even onomkeerbaar zal zijn als de vernietigingen die oorlogen teweegbrachten?
In deze themamaand over (kunstmatige) inteligentie vragen we ons samen af wat intelligentie nou precies is. (Hoe) verschilt kunstmatige intelligentie van de onze, hoe beïnvloed kunstmatige intelligentie vakgebieden, en wat is intelligentie eigenlijk?