Het uurglas

Soms schuurt hij voort
Soms schraapt hij voort
Als een trein over roestige sporen
Soms glijdt hij voort
Soms glipt hij voort
Als een spekgladde paling of voorn
Ongrijpbaar en grillig
Stuurs en onwillig
Stroperig lang elke tel
Razend en vliegend
Sussend en wiegend
Vliedend en gierend en snel
Soms kruipt hij voort
Soms vloeit hij voort
Soms knerst hij en gilt hij en krijst
Soms is hij te klein
Soms is hij te groot
Soms krimpt hij en groeit hij en rijst
Een vriend en een vijand
Een duivel en heiland
Gewenst en vervloekt en gewild
Vluchtig langdradig
Maar nooit overdadig
En toch ook niet zelden verspild
Nu is hij er
Nu was hij er
Nu waren we nu zijn we hier
Nu ben ik er
Nu ben jij er
Nu, is wat ik met jou vier