Is ict de oplossing voor de problemen in ons onderwijs?
Minister Wiebes van Economische Zaken wil Nederland weer een rol van betekenis laten spelen in de wereld. Mensen moeten in Nederland willen wonen, werken en ondernemen. Hiervoor schreef hij een brief die, ondertekend door het gehele kabinet, is gepubliceerd. Je verwacht het niet maar punt 1 op de agenda van de goede man is: ‘uitstekend onderwijs’. Dit moet het vólgende kabinet gaan realiseren, stelt de huidige regering. Er zijn al wat beginnetjes gemaakt, zegt Wiebes, en verwijst daarmee naar het nieuwe onderwijsprogramma curriculum.nu. En daarin neemt één onderdeel een zeer grote plaats in: ict.
Allereerst moeten leerlingen digitaal wegwijs worden gemaakt en moet het onderwijs hierin voorzien. Daarnaast is ict blijkbaar ook de Heilige Graal bij het oplossen van het lerarentekort. Hè hè, eindelijk, we hebben het gevonden! Je kunt natuurlijk gewoon een beeldscherm in een lokaal pleuren om uitleg te geven aan die leergierige koters. One size fits all! De klassen staan al vol apparatuur (digiborden, tablets, laptops et cetera), dus er hoeven enkel lesfilmpjes opgenomen te worden en ons land kan vooruit zonder tussenkomst van die ellendige, veeleisende en stakende docenten.Leerkrachten kunnen vanaf heden tot hun dood op vakantie! Hallelujah!
Helaas voor de minister en andere pleitbezorgers van ict in het onderwijs, is uit reeds uitgevoerde onderzoeken gebleken dat de inzet van ict wel kan helpen, maar nooit een leerkracht kan vervangen.
Een 1 en een 0 maken nog geen 10. De resultaten van verschillende innovatieve manieren van het aanbieden van onderwijs lopen ontzettend uiteen: het komt eigenlijk niet voor dat er op alle gebieden winst wordt behaald. Vaak lijdt de werkdruk onder leerwinst of juist andersom. Er zijn per innovatie succesfactoren maar zeker ook faalfactoren te ontdekken. De conclusie uit deze onderzoeken is eigenlijk: ict is een middel dat zéker kan worden gebruikt als differentiatiemiddel of als uitbreiding, maar de directe relatie tussen de leerkracht en de leerling blijft de basis. Ook opvallend: het hippe fenomeen ‘flipping the classroom’ blijkt dus totaal níet te werken in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het vraagt te veel verantwoordelijkheid van deze jonge mensen.
Zelf ervaar ik de inzet van ict in de klas exact zoals hierboven beschreven: leerlingen zijn vaak productiever en sterke leerlingen kunnen dus sneller groeien, maar de zwakkere leerlingen hebben juist meer instructie en de wisselwerking met een docent nodig. Ook vinden kinderen computers echt niet meer modern of cool. Omdat wij als volwassenen een digitale ontwikkeling zien plaatsvinden, gaan we ervan uit dat leerlingen dit ook zo ervaren. Maar kinderen groeien op tussen de beeldschermen en vinden juist het papier af en toe wel lekker om mee te werken. Het gebruik van ict is dus niet per se de manier om het Nederlandse onderwijs uit het slop te trekken.