De lange leegte van de zomervakantie
Als je dit leest, heeft ieder kind in Nederland inmiddels zomervakantie. Net als hun leraren, ja. Die ook. Wij draaien ons ’s ochtends nog eens lekker om in ons bed of zitten in het vliegtuig naar een zonnig tussendoortje. En als we daarvan thuiskomen, hebben we nóg een halve vakantie over. Het is godgeklaagd, maar goed, dat is nu eenmaal zo.
Is dat nu eenmaal zo? Waar komen onze zomervakanties eigenlijk vandaan? Waarom zijn ze zo gruwelijk lang? Zitten we er aan vast? Is er echt geen alternatief?
Onze zomervakantie stamt uit de negentiende eeuw. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is deze niet ingevoerd zodat de kinderen van de boeren konden helpen met de oogst. De voornaamste reden was de hitte, die voor veel spijbelgedrag van kinderen zorgde en ook debet was aan veel uitbraken van epidemieën. In landen met een warm klimaat zijn de zomervakanties over het algemeen ook langer: in Iran, Egypte, maar ook de VS en Italië beslaat de zomervakantie ongeveer drie maanden. Daar steken onze zes weekjes maar bleekjes bij af, niet dan?
Om de zoveel tijd laait de discussie over het afschaffen dan wel inkorten van de zomervakantie weer op. Een oud – en in verschillende onderzoeken al weerlegd – argument is dat leerlingen die lang geen les krijgen, veel van het geleerde vergeten. Aan het begin van het schooljaar zijn leerkrachten druk bezig om de kinderen opnieuw aan te leren wat ze eigenlijk allemaal allang weten. Dit verschijnsel kan ik toch wel voorzichtig onderschrijven.
De laatste tijd klinkt er echter een andere reden voor flexibilisering van de vakanties door: je kunt kinderen beter op hun eigen niveau van dienst zijn. In plaats van het bekende ritme met jaarklassen die na gemiddeld 40 weken school naar de volgende juf of meester verhuizen (of het afgelopen jaar nog eens over ‘mogen’ doen), doorlopen kinderen hun basisschool op een meer organische manier. De leerkracht kan ieder kind volgen en telkens zorgen voor input in de zone van naaste ontwikkeling. Niet te moeilijk, niet te gemakkelijk. Zo krijg je door het flexibel maken van de zomervakantie de ideale school! Daarnaast kunnen zowel leerkrachten als kinderen (en hun ouders) buiten het hoogseizoen op vakantie.
Nou, zo rooskleurig is het natuurlijk allemaal niet. We hebben eigenlijk nog geen bewijs van verbetering verkregen uit alle ‘uitprobeersels’ die de afgelopen jaren de revue zijn gepasseerd. Het onderwijs is een trage sector, met doorgaans veel weerstand tegen veranderingen. Blijkbaar is de basis voor de flexibilisering van vakanties te smal. We durven het niet aan. En ik? Doorgaans sta ik vooraan bij veel veranderingen en experimenten, maar in deze discussie dreig ik me toch aan te sluiten bij mijn nostalgische, traditionele, stroperige collega’s. Ik ben potdomme niet voor niks leraar geworden…