Thanks Friend It’s Friday

Peter steekt zijn hand in de boodschappentas en stalt zijn discountervangst uit op de keukentafel. Wat in de koelkast moet legt hij links, de rest gaat naar de rechterkant van de tafel. Peter opent de deur van de koelkast en begint deze first in first out te vullen. Het mag dan bijna vijftien jaar geleden zijn dat hij in de supermarkt vakken vulde, maar dat neemt niet weg dat hij graag beschikt over een keurig geordende koelkast. De houdbare zaken – afbakbroodjes en wat lekkers voor het weekend – bergt hij op in de keukenkastjes. Rustig vouwt hij de stevige shopper dubbel en bergt ‘m op bij de andere boodschappentassen.
Peter zucht, duwt zijn knokkels in het aanrecht en kijkt door het raam naar de straat. Buiten roept een jongetje over zijn schouder: “Morgen voetballen, oké vriend?” Zijn vrienden fietsen hem voorbij: “Is goed, vriend!” Peter gniffelt. Hij stelt zich voor dat zijn telefoon trilt en dat hij deze beantwoordt met: volgende week donderdag om half elf in Amsterdam? Oké, is goed, vriend!
Peter leest de klok van de magnetron af: bijna half vier. Zijn beenspieren beginnen onwillekeurig te trekken en hij voelt zijn knieën slap worden. Hij loopt naar de bank en ploft neer. Hij steekt zijn hand uit naar de telefoon die op de koffietafel ligt, bedenkt zich en laat zijn vingers op enkele centimeters van het platte kastje op de tafel rusten. Zijn hart bonkt in zijn keel. Hij zou natuurlijk het scherm kunnen ontgrendelen, niet om het nieuws te lezen – “Het gaat goed met Nederland!” las hij vanochtend – maar om zijn e-mail te controleren. Wat Peter ook las: “Jongeren bereiken mijlpalen als vast contract en koophuis steeds later.”
Peter moet er niet aan denken te verslonzen en de hoop te laten varen, zoals eenzame mannen wel eens doen. Toen hij een tijdje terug las hoeveel jongeren zich eenzaam voelen, had hij ook op sociale media een berichtje geplaatst. Hij had geschreven: “Hoi allemaal, ik ben Peter, single, hoog opgeleid en al een tijdje werkloos. Zes dagen per week voel ik mij niet per se eenzaam, behalve op vrijdagen. De vrijdagmiddagen zijn het moeilijkste om te doorstaan. Op vrijdagmiddag van vier tot half zes is het namelijk bij alle recruiters en HR-afdelingen van Nederland Reject-o’-Clock. Vlak vóór het weekend worden nog even verzendlijsten gevuld met e-mailadressen en met een enkele muisklik weet men het weekend te verpesten voor werkzoekend Nederland, terwijl men zélf vrolijk het glas heft. Wie helpt mij de vrijmibo te overleven?”
De deurbel gaat. Peter dwingt zijn knieën mee te werken, loopt door de gang en opent de voordeur. In de deuropening staat een jonge vrouw.
‘Hoi,’ zegt ze en reikt hem de hand. ‘Ik ben dus Mirthe, van je oproepje. Ik heb bier, borrelhapjes en net als jij een spuughekel aan recruiters.’
Peter gooit de voordeur open.
‘Wees welkom, vriend!’