Verplegers in maanpakken
De verplegers lopen rond in maanpakken. Die pakken horen thuis in een slechte sciencefictionfilm. Niet in een ziekenhuis. Het liefste zou ik willen roepen dat ik het allemaal wel doorheb. Dat dit een slecht opgevoerd toneelstukje is, bedoeld om ons bang te maken. Te manipuleren. Maar ik kan nauwelijks een woord tussen mijn lippen vandaan krijgen. Ik ben aangesloten op een beademingsmachine en heb het doodsbenauwd.
Toegegeven, de verplegers zijn toegewijd, dat ze in die pakken rondlopen. Iedereen doet er alles aan om de illusie in stand te houden. De illusie van een dodelijke pandemie die over ons heen golft. Een tsunami die zich steeds sneller over de wereld uitstort. Het is dat mijn longen te druk zijn met het opnemen van lucht en met de tel harder moeten werken. Anders had ik geroepen dat ik slechts een griepje heb opgelopen. Een pittig griepje. Maar ook niet meer dan dat. Zeker geen killer virus. Schei toch uit.
Wie zou over die maanpakken besloten hebben? Ik wil wedden dat erover geoordeeld is in zo’n grijze vergaderzaal, waar iedereen een stem kon uitbrengen. Ik stel mij voor dat er grondig is gediscussieerd, alle voor- en nadelen tegen elkaar zijn opgewogen, om zo tot een uitgekiend besluit te komen. Ja, ook in “crisistijd” neemt Nederland de tijd om rustig over alles te vergaderen.
Een maanpakverpleger blijft bij mijn bed staan. Ik zie haar ogen door het venster. Volgens mij heeft zij blauwe ogen. Zij glimlacht en knipoogt. Ja! Zie je wel! Ik wist het! Ik heb verdorie gelijk! Ik heb jullie écht door! En als ik weer naar huis mag zal ik alles vertellen. Weg met de maatregelen, die onzinnige anderhalve meter en de mondkapjes. Het wordt tijd om onze vrijheid terug te pakken. En die achterlijke maanpakken te verbannen uit de ziekenhuizen.