Vlek
Het is midden op de dag als Goos een vlek op de muur ziet. Het is net een inktdruppel die tegen de muur is gespat. Goos weet het nog niet, maar dit is niet zomaar een vlek. Het is een bijzondere vlek, met eigenschappen waar andere vlekken van zouden opkijken.
Goos rolt met tegenzin uit bed en bestudeert de vlek, laat zijn vingers eroverheen glijden. Hij voelt geen oneffenheden. Het doet hem vaag denken aan schimmel, al vraagt hij zich af hoe er schimmel op zijn muur kan groeien. Er is nooit een lekkage geweest. Bovendien voelt schimmel heel anders. Dit is, nou ja, in Goos’ ogen, gewoon een vlek. Sinds wanneer zou die vlek hier zitten? Waarom heeft hij deze vlek niet eerder opgemerkt?
Wat het ook is, hoe het ook is ontstaan, het moet worden weggehaald. Goos pakt een doekje uit het keukenkastje, doet er zeep op en maakt het nat met warm water. Terwijl hij driftig probeert de vlek weg te poetsen glijden er waterdruppels over zijn hand. Maar hoe hard hij ook wrijft, de vlek blijft waar die zit. Naar zijn gevoel zit hij een eeuwigheid te poetsen, toch is er nog geen millimeter weggeschrobd. Erger nog, er komen meer vlekken bij, ze verspreiden zich als een op hol geslagen web. Donkere vlekken horen zich niet zo te verspreiden.
Het warme doekje rust nutteloos in Goos’ hand. Hij is het doekje eigenlijk al vergeten. Dit is niet echt, denkt hij. Dit is een droom. Een hersenspinsel dat helemaal uit de hand loopt. Ik wil nu wakker worden. De vlekken trekken zich van deze gedachtes niets aan en bedekken de muren, ramen, en daarna de grond en het plafond, om te eindigen bij de deur. Elk beetje licht is geblokkeerd. Goos probeert de klink nog, de deur zit potdicht. Hij is opgesloten. Hij wil met zijn telefoon hulp inschakelen, er is geen ontvangst. Zijn maag krimpt samen, maar de paniek blijft niet lang hangen.
Er dringt een geur door in Goos’ woning. Een muffe geur die hem suf maakt. Slaperig. Hij verzet zich uit alle macht tegen het lome gevoel, Goos kan de groeiende futloosheid niet tegenhouden. De geur kleurt zijn gedachtes donker en voor even is het of hij uit elkaar valt, zelf verandert in miljoenen vlekjes die wegzweven. Hij wordt vreselijk moe. Als het toch zo donker is kan hij net zo goed weer gaan liggen. Dat doet hij ook. En valt in een diepe slaap.