Wie dit leest is gek
Wie dit leest is gek. Knettergek. Maar wél geletterd. Daar ga ik tenminste vanuit. Als je vaker columns op deze website leest en niet na de titel of de inleiding ‘bouncet’ mag je jezelf hoogstwaarschijnlijk rekenen tot de 90% geletterden in ons land.
Dit lijkt logisch. Vanaf je geboorte is een compleet arsenaal opvoeders en opleiders druk doende jou taalvaardig te maken. Je ouders, de kleuterjuf, de meester van groep 6, iedereen schotelde je teksten van diverse pluimage voor totdat je uiteindelijk het hoogste AVI-niveau haalde en je klaar was met leren lezen. Toch? Fout. Na het bereiken van dit niveau zul je door moeten groeien. En dat gebeurt bij een groot aantal tieners niet. Uit onderzoek blijkt dat bijna 20% van de 15-jarigen een taalachterstand heeft. Dat is schrikbarend. Deze jongeren zullen altijd moeite blijven houden bij het deelnemen aan onze maatschappij én hebben door hun gebrek minder carrièrekansen.
Wat moeten we hier nu mee? De Stichting Lezen & Schrijven heeft een rapport uitgebracht waarin ze deze factoren als relevant zien voor leesontwikkeling: mondelinge en schriftelijke taalkennis, leesattitude, kwaliteit van het onderwijs en ouderbetrokkenheid.
Vooral op het gebied van leesattitude (leesmotivatie) valt er nog een hoop te winnen: de Nederlandse jongere heeft relatief weinig zin om te lezen. Hoe komt dat toch? In mijn dagelijkse onderwijspraktijk leer ik 8- tot 12-jarigen de fijne kneepjes van het lezen. Aan het vak ‘lezen’ hebben veel kids over het algemeen de schurft. De teksten spreken niet tot de verbeelding en de opdrachten zijn nietszeggend en nauwelijks te controleren. (wat betekent dat je niet echt kunt ‘scoren’ door het goed te hebben en het dus geen reet uitmaakt als je poep invult) En het kwartiertje stillezen dan? Allereerst vervalt dit vaak onder de grote roosterdruk. Maar ook is dit stillezen alleen goed en leuk voor de kinderen die al goed kunnen lezen. Kinderen waarvoor lezen een grote, vervelende uitdaging is kijken tijdens dit kwartier meer uit het raam dan in hun boek en zullen minimaal een keer naar de wc ‘moeten’. Kortom: als je lezen leuk vindt word je er beter in, anders niet of nauwelijks.
Voor kinderen vindt er eens per jaar een boost plaats voor hun leesmotivatie: de Kinderboekenweek. Wij volwassenen hebben onze eigen Boekenweek, de week waarin je een treinkaartje in de vorm van een boekenweekgeschenk kunt scoren. Maar de tieners en adolescenten dan? Die raken we tussendoor dus kwijt als het om leeshonger gaat. Je kunt allerlei factoren de schuld geven, maar feit is dat we dit niet moeten willen met zijn allen. Eens? Ze moeten lezen. Wat? Wanneer? Hoe? Iemand een wervelend idee? We moeten onze oudere jeugd laten lezen, mensen. Want wie leest, is niet gek.
En ze kunnen ook al niet tekenen!