Bloesem
Elke dag loopt hij drie keer per dag een rondje. Op de even dagen linksom en op de oneven dagen rechtsom. Bij guur weer steekt hij de bontkraag van zijn jas hoog op en draagt hij een muts over zijn anders kale schedel. ‘s Zomers stapt hij voorbij in een korte broek met zwart death metal-T-shirt. Op zijn rechter onderbeen is dan een groot, zwart spinnenweb zichtbaar. Wanneer ik naar buiten kijk en hem voorbij zie lopen – linksom dan wel rechtsom – springt er een gevlekt hondje om het bebeende spinnenweb heen. Warm of koud, regen of zonneschijn; het staartje van het vuilnisbakkie zwiept altijd opgewonden heen en weer.
Spiderman en Bobby. Zo noem ik het duo. Ze vormen een kruising tussen mijn heden en een verleden waarin ik alle Kuifje-stripboeken verslond. Dit heldenduo is onafscheidelijk. Dat moet ook wel, want Spiderman vliegt niet in een raket naar de maan. Hij beleeft geen avonturen in Afrika, noch in Zuid-Amerika. Spiderman komt de wijk niet uit.
Afgescheiden van pandemieën en veilig vanachter het dubbeldikke energielabel A-vensterglas zie ik ze in de portiek verschijnen. Bobby kwispelt en zijn bek hangt open van verwachting. Gaan we vandaag linksom of rechtsom?, lijken zijn ogen te vragen. Spiderman trekt de portiekdeur open en stapt naar buiten. Vandaag gaan ze linksom. Ik blaas kringen in mijn thee, terwijl ik het geblieb negeer van collega’s die mails en chatberichten versturen. Een ping! attendeert me erop dat ik over een paar minuten weer een conference call heb. Ik werk thuis en ben connected met de wereld.
Spiderman en Bobby stappen langs het grasveld. Even kijkt Spiderman omhoog naar de bloesem die voor de deur staat. Hij sluit zijn ogen, ademt in en laat het voorjaar zijn longen strelen. En net op het moment dat Bobby z’n achterpoot wil optrekken – om eens lekker te plassen – trekt Spiderman kort aan de riem. In een oogwenk staat de achterpoot weer op de grond en loopt het heldenduo verder. Onverdroten benen ze dwars door het spel van een groepje kinderen. Zij aan zij passeren ze een clubje ouderen dat met wilde armbewegingen het laatste nieuws uitbeeldt en voor wie het duo niets meer is dan twee vage schaduwen in de lentezon. Spiderman laat de lijn vieren. Bobby trekt een sprint en gaat op soloavontuur. Maar niet voor lang, want op de hoek van de straat, naast de lantaarnpaal, wacht de trouwe viervoeter altijd op zijn baasje. Samen, onzichtbaar voor een wereld die doordraait, reizen ze verder. Stap voor stap en poot voor poot. Onvervaard waar niemand hen is voorgegaan. Linksom langs het grasveld. Morgen rechtsom.