Varkens
Laat ik vooraf duidelijk zijn: ik heb het opruimen niet uitgevonden. Toen ik een jaar of elf was, kon je de locatie van het bureau op mijn slaapkamer enkel met logisch redeneren bepalen. Papieren, kleren, bakjes, onderdelen van computers: dit alles onttrok het meubel compleet aan het zicht. Ik wéét dus dat een rommelig bestaan en levensvreugde elkaar niet uitsluiten. Mijn ouders hebben zelfs een tegeltje aan de wand hangen: ‘Een opgeruimd huis is een teken van een verspild leven.’ Je weet dus ook van wie ik het heb.
Wees netjes
Op de basisschool gebruik je echter met zijn allen dezelfde ruimtes en spullen. Het is gewoonweg asociaal om dit niet een beetje opgeruimd te houden. Daarin ben ik het met mijn collega’s eens. Aan het begin van het schooljaar hebben we samen een centrale ‘deugd’ uitgekozen: dit betekent dat we de leerlingen een bepaalde waarde en daarbij horende norm gaan aanleren en de leerlingen hierbij helpen en ze erop aanspreken. De deugd die we kozen voor de beginweken luidt: ‘Wees netjes’. Wat netjes zijn betekent, kunnen de kinderen lezen in een bijbehorende ‘les’ die ik samen met ze doorlopen heb. Zo verwacht ik van mijn leerlingen (groep 8) dat ze: hun tafelblad schoon en overzichtelijk houden; hun laatjes op gezette tijden opruimen; verantwoordelijkheid dragen over de netheid van de vloer onder en rondom het tafelgroepje; netjes omgaan met schoolspullen; de wc fatsoenlijk achterlaten als ze er gebruik van hebben gemaakt. Klinkt dat allemaal logisch of is het te veel? Mijn leerlingen vinden klaarblijkelijk dat laatste.
Lijmpotjes
Zo heb ik het hierboven nog niet eens over de lijmpotjes gehad. ‘Wát?! Moeten we daar óók al netjes mee omgaan! Doe normaal! Dat is onmogelijk! Denk je dat we dat óóit geleerd hebben in groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, laat staan 7? Jij pest ons!’ Dit moeten ongeveer de gedachten zijn geweest van de kinderen, deze eerste weken. Want na drie weken vond ik een plakkaat lijm dat uit de onderkant van een lijmpotje was gelopen. Deze onderkant was ‘opgeleukt’ met twee gaatjes. Het bleef niet bij deze vandalistische daad van een eenling. Doordat ze de tuitjes na gebruik niet poetsen, blijven deze tegenwoordig aan de doppen plakken. En er wordt driftig lijm verzameld om balletjes mee te draaien. Het is toch allemaal godgeklaagd.
Zwijnenstal
Is het bij mij in de klas dan zo’n zwijnenstal? Nou, gek genoeg niet. Het ziet er rustiger uit dan voorheen, omdat ik een aantal wanddecoraties heb verplaatst of verwijderd. Ik let zelf beter op de uitstraling van mijn bureau. En ik herinner de vegers er actief aan om hun taak op tijd te beginnen, zodat ze niet al te lang bezig zijn na school. En ik eh… zeur er wat meer over. Soms verlang ik nog wel eens terug naar de tijd dat ik er niet aan dacht een column over slonzige leerlingen te schrijven. Maar dan besef ik dat ik op dit gebied waarschijnlijk eindelijk volwassen geworden ben. En dat het ooit goed komt.