Stemmen op stemmen
Niet alleen de Tweede Kamerverkiezingen staan voor de deur: binnenkort weten we ook wie de beste voorlezer van onze school is! De Nationale Voorleeswedstrijd is een landelijke (dûh) leesbevorderingsactiviteit, waaraan elk jaar weer duizenden kinderen deelnemen. Ze kiezen een leesboek en bereiden een voorleesoptreden voor van drie tot vijf minuten. En degene die dat het beste kan, gaat door naar de volgende ronde. Tot er nog maar één over is: de Nationale Voorleeskampioen.
Lezen
Lezen is een bezigheid die vaak als solitair wordt bestempeld: een boekenwurm verschanst zich in zijn kamer, en is urenlang van de aardbodem verdwenen terwijl hij zich door de bladzijdes vreet. Maar we vergeten vaak dat lezen ook een sociale bezigheid is: niet voor niets is het schrift ontstaan om communicatie tussen mensen mogelijk te maken, als ‘live’ spreken en luisteren niet mogelijk is. Het is dus mooi dat dit sociale aspect van lezen in deze maanden meer aandacht krijgt. Ook leren kinderen (én leerkrachten) zo jeugdboeken kennen, die ze zelf misschien op de plank zouden laten staan. Ik werd er afgelopen week aan herinnerd hoe mooi ‘Lampje’ van Annet Schaap ook weer is. De groen met beige kaft en niet zo stoere titel zorgen er bij mijn leerlingen voor dat zij dit boek over het hoofd zouden zien in de bieb of boekwinkel. Nu zag ik toch wel wat geïnteresseerde toehoorders.
De beste
Wat is ‘goed voorlezen’ volgens het instructieboekje dat alle scholen ontvangen? Zaken die daarbij horen zijn een goede verstaanbaarheid, tempo en intonatie. Verder wordt verwacht dat de voorlezers het publiek af en toe aankijken. Het moet echter geen toneelstuk worden: het gebruik van stemmetjes wordt zelfs sterk afgeraden. Laat ik eerlijk zijn: de meeste kandidaten in mijn klas kunnen er niet veel van. Ze bezitten niet voldoende techniek óf raffelen het verhaal af vanwege de zenuwen of een gevoel van tijdnood. Het spotten van leestekens is aan sommigen ook niet besteed, die leven hun leven in één lange zin.
Gunfactor
Maar net als in de politiek, win je niet per se als je de beste bent. Je gunfactor is mede bepalend voor je succes. Uiteraard proberen wij leerkrachten het geheel zo objectief mogelijk te benaderen: ik heb zelfs voor iedere leerling in mijn groep (die dus mee mag stemmen over de winnaar van de klassenfinale) een juryformulier geprint waarop ze scores kunnen noteren. Toch heb ik wel eens meegemaakt dat de jongen die ronduit hakkelend voorlas uit De Gorgels en dacht dat hoofdpersoon Melle een meisje was, er bijna met de winst vandoor ging: zijn vrienden hadden met elkaar afgesproken op hem te stemmen. Wat nou als hij gewonnen had en onze klas vertegenwoordigde bij de schoolfinale? Ik had me mijn ogen uit mijn kop geschaamd. Net zoals ik dat ook wel doe voor bepaalde politici die zich plotsklaps hebben verzekerd van een enorme kudde stemvee.
Voorlezen en politiek, het blijven toch jurysporten.
In deze themamaand over verkiezingen laten de verschillende experts van Kaf hun licht schijnen over dit bijzondere fenomeen. Wat kiezen we, hoe kiezen, waarom kiezen we?